Reuzenmiereneter
Er zijn dieren die van alles eten (de mens), dieren die veel verschillende dingen eten (beren) en dieren die maar enkele heel specifieke dingen eten: de Reuzenmiereneter bijvoorbeeld, die alleen mieren en termieten lust.
Je zou kunnen denken dat een dier dat leeft op mieren niet zo groot zou zijn, maar niets is minder waar: de reuzenmiereneter is een spectaculaire verschijning, meer dan twee meter lang en 50 kilo zwaar. Je herkent ‘m meteen aan zijn unieke uiterlijk: een smalle cilindrische kop met een heel lange snuit, een dikke, gestreepte bruine vacht, een lange wuivende behaarde staart en grote klauwen aan sterke voorpoten.
Reuzenmiereneters horen bij de familie Myrmecophaga, de echte miereneters. Er zijn nog drie andere kleinere soorten. Ze komen alleen voor in Midden- en Zuid-Amerika en zijn verre familie van de luiaards, maar niet gerelateerd aan andere dieren die mieren eten, zoals de mierenegel, het aardvarken of de schubdieren.
50 centimeter tong, als een plakkerige hengel
Reuzenmiereneters brengen veel van hun tijd door in het regenwoud en op grasland, op zoek naar eten. Specifieker: naar mierennesten en termiethopen. Die vinden ze door ze te ruiken: hun ogen en oren zijn niet super gevoelig, maar hun reukvermogen is 40 keer sterker dan dat van de mens. Ze hebben een extreem lange dunne tong, ongeveer 50 (!) cm in lengte, die ze gebruiken om mieren en termieten te vangen. Als hij een mierennest gevonden heeft, gebruikt een miereneter eerst zijn grote klauwen om het nest open te breken en vervolgens zijn tong als een soort plakkerige hengel om mieren te pakken. Dat doet hij heel efficiënt: zijn tong beweegt heel snel naar buiten en weer naar binnen, zo’n 2 1/2 keer per seconde. Na ongeveer een minuut gaat de miereneter op zoek naar een volgend nest- dus er blijven altijd mieren over die, na wat herstelwerkzaamheden, hun kolonie kunnen voortzetten. Alles bij elkaar bezoekt een miereneter per dag ongeveer 200 nesten en eet daarbij zo’n 35.000 mieren.
Het zijn solitaire dieren, die alleen bij elkaar komen om te paren. Terwijl ze met elkaar zijn, delen ze hun eten door samen te snacken van hetzelfde nest. Het vrouwtje werpt een enkel jong, dat een maand of 10 bij zijn moeder blijft. Als het jong nog klein is, wordt hij gedragen op haar rug, waar het veilig is. Het jong ligt meestal met zijn eigen strepen gematcht op die van zijn moeder en is op die manier bijna onzichtbaar voor roofdieren.
n het wild hebben reuzenmierenters een levensverwachting van 15 jaar, maar ze kunnen 30 jaar oud worden. De mens vormt hun grootste bedreiging; in sommige landen wordt nog op ze gejaagd en hun habitat wordt vernietigd. Hun natuurlijke vijanden zijn jaguars en poema’s.
In het museum kun je een reuzenmiereter zien in Leve het leven.