Haas
Dieren, behalve trekdieren, blijven het hele jaar door in dezelfde omgeving. Toch associëren we sommige dieren met specifieke jaargetijden, zoals roodborstjes met de winter en egels met de herfst. Dat is vaak omdat ze seizoensgebonden gedrag vertonen, dat zorgt dat ze extra opvallen. Zo ook de haas: die springt er in de lente letterlijk uit!
De haas (Lepus europaeus) hoort tot de familie van de haasachtigen, de Leporidae. Het zijn van oorsprong steppedieren (net zoals mammoeten!) en ze houden van uitgestrekte graslanden, maar hebben zich aangepast aan landbouwgebieden in heel Europa. Hazen zijn planteneters, bij voorkeur gras, en actief in de schemering en ’s nachts. Overdag liggen ze verscholen in hun leger, een ondiep kuiltje dat ze maken in de begroeiing.
Bijzondere ogen & oren
De gemiddelde haas heeft een kop-romp lengte tussen de 60 en 75 centimeter en weegt rond de 5 kilo. Bijzonder: hazen hebben grote amberkleurige ogen, die hoog op de zijkant van het kop zitten. Dat geeft ze een blikveld van bijna 360 (!) graden, wat betekent dat ze zonder hun kop te bewegen in de gaten kunnen houden of er gevaar dreigt. Handig!
Een haas heeft een dikke rossige grijze vacht, een witte onderkant en de kenmerkende zwarte punten aan zijn lange oren, de zogenaamde 'lepels'. Die oren zijn ook best bijzonder: ze kunnen onafhankelijk van elkaar bewegen en ook 190 graden draaien. Niet voor niets, want het zijn belangrijke hazen-communicatiemiddelen: je kunt aan de stand van de oren zien hoe de haas zich voelt.
De haas is een vluchtdier: het brengt zichzelf in veiligheid door weg te rennen. Een haas kan een snelheid van 70 km per uur bereiken!
Ruige rammeltijd
In het voorjaar begint de rammeltijd, die piekt in maart en april. Dan gaan de mannetjes op zoek naar een vrouwtje om mee te paren. Dat kan uitlopen op een stevige concurrentiestrijd, waarbij een groep mannetjes om een vrouwtje heen staat en gaat vechten. Daarbij gaan ze op hun achterpoten staan, hoog springen, meppen uitdelen, bijten en krabben. En ook het vrouwtje vecht, als ze niet wil paren. Het kan er dus ruig aan toe gaan! Dit gebeurt allemaal overdag, dus hazen worden dan vaak gezien. Uiteindelijk gaat het vrouwtje ervandoor, en de mannetjes die dat nog kunnen opbrengen, rennen achter haar aan. Uiteindelijk wint het mannetje met de beste conditie- hij paart met het vrouwtje.
Na een draagtijd van 42 dagen werpt een vrouwtje gemiddeld 2 tot 5 jongen. De jongen zijn na een maand geheel zelfstandig. Al na de eerste paar uren brengen ze de meest van hun tijd alleen door, om zo minder aandacht van roofdieren te trekken.
Een haas kan 12 jaar oud worden.
In het museum zijn er hazen in meerdere zalen - hoeveel kan je er vinden?