Steenuil
Wetenschappelijke naam: Athena noctua
In Nederland broeden er zes soorten uil. De kleinste is de steenuil (Athena noctua). Steenuilen horen bij de familie Strigidae, de ware uilen. Ze komen voor in grote delen van Europa en Azië: vanaf Spanje tot aan Korea, en vanaf Estonia tot aan Noord-Afrika. Hun wetenschappelijke naam refereert aan de Oud-Griekse godin Athene; de steenuil was haar gezelschapsdier. Het is dus deze uil die afgebeeld staat op de oude munten die in de 5e eeuw voor onze jaartelling geslagen zijn in Athene, maar de Steenuil staat ook op de huidige Griekse 1 euromunt.
Steenuilen hebben een lichaamsgrootte van ca. 22 cm en een spanwijdte van ca. 56 cm, maar vanwege het dikke verenkleed lijken ze substantiëler dan ze echt zijn: een steenuil weegt maar ca. 180 gram (minder dan een zak drop).
Vrouwtjes en mannetjes zijn in het veld niet van elkaar te onderscheiden: ze hebben beiden hetzelfde bruingevlekte verenkleed, lichte wenkbrauwstrepen en grote ogen met felgele iris en zwarte pupil.
Foto: Jan van Oosthuizen
Steenuilen zijn nachtdieren, maar je kunt ze ook in de schemering of vroege ochtend tegenkomen, met name als ze hongerige jongeren hebben voor wie ze voedsel moeten zoeken. Ze eten voornamelijk wormen, kevers en andere insecten. Jagen gebeurt laagvliegend of op de grond.
foto: Arturo Nikolai
Aantrekkelijk maar kwetsbaar uiltje
Een steenuil is volwassen na het eerste levensjaar. De baltsperiode is in de winter en het uilenpaar broedt rond het midden van het voorjaar. Ze kiezen een beschutte plaats uit voor het nest, zoals een holte in een oude boom.
Er worden gemiddeld 4 eieren gelegd. Na 28 dagen broeden, uitsluitend door het vrouwtje, komen de eieren uit. Tijdens het broeden zorgt het mannetje voor het eten en bewaakt hij het territorium rondom de nestplaats. Na nog een maand verlaten de jonkies voor het eerst het nest. Ze kunnen dan nog niet zo goed vliegen of klauteren en zijn dus behoorlijk kwetsbaar als prooidier, maar al gauw worden ze handiger en is het veiliger om op pad te gaan.
De familie blijft bij elkaar tot begin september: dan gaan de jongeren op zoek naar een eigen territorium. De gemiddelde levensverwachting van een steenuil is een jaar of vier, maar ze kunnen 15 jaar oud worden.
In Nederland geldt dit aantrekkelijke uiltje als ‘kwetsbaar’ vanwege de dramatische daling van broedparen aan het einde van de vorige eeuw. Doordat diverse groepen zich gingen inzetten voor het beschermen van geschikte leefomgevingen (zoals hoogstam boomgaarden) lijkt hun aantal inmiddels te zijn gestabiliseerd.
In het museum kan je een Steenuil bewonderen in de OO-zone .
tekening: John Keulemans