Dier van de maand
Elke maand kiest directeur Fiona Zachariasse of één van onze conservatoren een dier van de maand uit de uitgebreide, diverse collectie om in het zonnetje te zetten. Dat kan om allerlei redenen zijn: omdat ze wel eens wat extra aandacht verdienen, omdat ze een mooi verhaal hebben, of er grappig/lelijk/verrassend uitzien.
Deze maand: de Heremietkreeft!
Heremietkreeft
Inmiddels weten we bijna allemaal hoe het voelt om heel veel tijd thuis door te moeten brengen. De verschillende lockdowns hebben de actieradius van velen aanzienlijk doen krimpen. Er zijn ook dieren die dat gevoel waarschijnlijk kennen, omdat ze eigenlijk altijd thuis zijn. Een goed voorbeeld daarvan is de heremietkreeft.
Heremietkreeften (Paguroidea) zijn tienpotige kreeftachtigen van de superfamilie Paguroidea die bekend staan om hun gewoonte om de afgedankte schelp van een ander zeedier te gebruiken als huis, om hun kwetsbare achterlijf te beschermen en om geheel in terug te kunnen trekken bij dreigend gevaar.
Er zijn wereldwijd meer dan 500 soorten heremietkreeften. De grote meerderheid leeft in zee, maar er zijn ook enkele soorten die aan land vertoeven. In de Nederlandse kustwateren komt de gewone heremietkreeft (Pagurus bernhardus) voor. Hij is een kleintje: zijn carapax (het voorste deel van het lichaam bestaand uit kop en borststuk) is maar 3,5 cm groot.
het belang van een passende schelp: de kreeftenpolonaise
Een goed passende schelp, veelal van een zeeslak, is van levensbelang voor een heremietkreeft: is'ie te klein dan biedt het niet genoeg bescherming, met een te grote schelp ben je kwetsbaar voor roofdieren. Bovendien is het daarmee moeilijk voortbewegen.
Verhuizen naar een grotere schelp
Als een heremietkreeft aan het opgroeien is, groeit hij van tijd tot tijd letterlijk uit zijn schelp: de behuizing wordt te krap. Hij moet dan op zoek naar een grotere lege schelp om naar te verhuizen. Een nieuwe, goed passende schelp is niet altijd meteen voorhanden. Bijzonder weetje: wanneer een heremietkreeft een schelp vindt die voor hemzelf net te groot is, blijft hij vaak in de buurt, in de hoop dat er een andere kreeft langskomt die het wel past. De eerste heremietkreeft kan dan de afgedankte schelp van de tweede gaan overnemen. Op deze manier ontstaan er soms hele groepen heremietkreeften rond een grote schelp, wachtend op degene die het past. Er volgt dan een soort kreeftenpolonaise van verhuizingen van groot naar klein, de een na de ander. Het verhuizen naar een nieuwe schelp luistert nauw: Heremietkreeften zijn zeer kwetsbaar buiten hun huisje, dus ze maken de overstap het liefst binnen enkele seconden.
Miljoenen jaren "thuis"
Heremietkreeften leven gemiddeld rond de 30 á 35 jaar. De grootste soorten kunnen 70 jaar oud worden! Fossielen tonen aan dat heremietkreeften de schelpen van zeeslakken hebben bewoond sinds het Boven-Krijt (100,5 tot 66 miljoen jaar geleden). Tijdens het Onder-Krijt (145-100,5 miljoen jaar geleden) en de Boven-Jura (163,5 tot 145 miljoen jaar geleden) bewoonden ze de lege schelpen van ammonieten. Dus eigenlijk is de heremietkreeft al 163,5 miljoen jaar "thuis"!
Heremietkreeften zijn te bezichtigen in de OO-zone.